Vanaf 1 september kunnen zwangeren kiezen voor de 13 wekenecho

Vanaf 1 september 2021 krijgen zwangeren een echo aangeboden rond de 13e week van de zwangerschap. Dit aanbod komt naast de al bestaande 20 wekenecho om lichamelijke afwijkingen bij het ongeboren kind op te sporen. Sommige, vaak ernstige lichamelijke afwijkingen, zijn al rond 13 weken zwangerschap te zien. De 13 wekenecho is onderdeel van een landelijke wetenschappelijke studie.

De 13 wekenecho valt, net als de 20 wekenecho, onder prenatale screening. Aanstaande ouders kiezen zelf, met begeleiding van de verloskundige zorgverlener, of zij de 13 wekenecho willen laten doen. Een paar weken voorafgaand aan 1 september starten verloskundigen en gynaecologen met het informeren van zwangeren en partners over de 13 wekenecho. Speciaal hiervoor opgeleide echoscopisten voeren deze echo uit. Als de echoscopist een lichamelijke afwijking bij het ongeboren kind vermoedt, krijgt de zwangere vervolgonderzoek aangeboden. Dit vindt plaats bij een Centrum voor Prenatale Diagnostiek in een academisch ziekenhuis.

Wetenschappelijke studie

De zwangere kan de 13 wekenecho alleen krijgen als zij meedoet aan de wetenschappelijke studie en toestemming geeft voor het gebruik van haar gegevens. Deze gegevens worden gebruikt om de voor- en nadelen te bepalen van de 13 wekenecho. Het vroeg in de zwangerschap ontdekken van lichamelijke afwijkingen kan een voordeel zijn. Maar het kan ook leiden tot meer onrust en onzekerheid. Verder wordt in kaart gebracht hoe zwangeren, partners en zorgverleners deze echo ervaren. Als de resultaten bekend zijn, besluit het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of ook deze echo wordt aangeboden als reguliere screening tijdens de zwangerschap. De studie duurt tot en met 2024.

Betrokken partijen

Op advies van de Gezondheidsraad, gaf het ministerie van VWS opdracht om de 13 wekenecho aan te bieden als onderdeel van een wetenschappelijke studie. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu voert de landelijke regie over prenatale screening. Hierbij werkt het RIVM nauw samen met de Regionale Centra voor Prenatale Screening, betrokken beroepsgroepen, vertegenwoordigers van ouder- en patiëntenorganisaties en verschillende opleidingsinstituten. Het Universitair Medisch Centrum Utrecht en het Leids Universitair Medisch Centrum zijn verantwoordelijk voor de wetenschappelijke studie (IMITAS). ZonMw Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie subsidieert de studie.

Bron: RIVM.nl