Samenwerking onder de verloskundigen

Tien jaar CVN
De veertig verloskundigen in de regio Nijmegen zijn tien jaar terug gaan samenwerken in een coöperatie: CVN. Aanleiding was het starten met echo’s voor prenatale screening. Na tien jaar zijn de activiteiten stevig uitgebreid met het CTG en de thuismeetApp. Ook heeft de samenwerking geleid tot een stevige verloskundige positie in de regio. Om dat te vieren werd op 10 juni 2016 een symposium georganiseerd en kwam er een speciaal magazine uit.

Zelfstandige positie
De Nijmeegse verloskundigen zijn niet bang dat hun zelfstandige positie in het gedrang komt. “We moeten bij alle ontwikkelingen ook deze meerwaar­ de en samenwerking niet uit het oog verliezen,” zegt Janneke Croonen. Daarin zoeken de verloskun­ digen niet alleen de tweede lijn op, maar juist ook de Jeugdgezondheidszorg en de kraamzorg, waar­ van ze met de laatste onder één dak zitten in het Verloskundig Centrum. “De sociale context en psychosociale zorg is een onmisbaar onderdeel
van goede zorg, de verloskundige is de uitgelezen persoon om voor de zwangere hierin een spil­ functie te vervullen.”
Met de vertrouwensband die de verloskundigen met ‘hun vrouwen’ hebben, komt ook een zeker pragmatisme als het gaat om welke zorg ze bieden. Dit is heel mooi, want zelfs als niet alles declarabel is, worden vrouwen vaak toch zoveel mogelijk bij­ gestaan. Als een vrouw die na een eerdere keizer­ snede vaginaal in het ziekenhuis bevalt onder bege­ leiding van een gynaecoloog, toch een bekend gezicht naast zich wil in de verloskamer wordt hier vaak gehoor aan gegeven. En een vrouw die na een lang IVF­traject met een prille zwangerschap in het weekend in paniek belt dat ze bloed verliest, kan di­ rect een echo krijgen. Een voorbeeld uit de praktijk omlijst het belang hiervan. Croonen: “Ze ging opge­ lucht naar huis. Helaas kreeg ze later wel een mis­kraam. Toch was ze heel dankbaar dat ze in ieder geval het hartje nog heeft kunnen horen kloppen. Geld mag nooit een reden zijn om goede zorg in de weg staan.”

Eyeopeners
Om nog beter op de hoogte te zijn van elkaars werkwijze hebben de zorgverleners uit de keten (verloskundigen, gynaecologen, ambulancemede­ werkers, kraamzorg en verpleegkundigen) geza­ menlijke simulatietrainingen gevolgd, waarin ze een casus ‘naspelen’ om daarna goede afspraken te kunnen maken over bijvoorbeeld de overdracht. Ook lopen sinds jaar en dag coassistenten en gynae­ cologen in opleiding mee in de eerste lijn, uit en­ quêtes blijkt dat dat voor hen echte eyeopeners op­ levert, en meer inzicht én waardering voor het werk van verloskundigen.

Krachtige partij
Uitgaan van uw eigen kracht – het klinkt nastre­venswaardig, maar Carola Groenen, beseft zich maar al te goed dat ze dat kan zeggen juist omdat ze een krachtige partij zijn. “De coöperatie heeft de verloskundigen als collectief geprofessionaliseerd. Het SHO is bij ons verloskundigen wat een zieken­ huis voor gynaecologen is; zij bieden juridische, ­ nanciële en facilitaire ondersteuning. Het aanstel­ len van mij als directeur is een hele bewuste keuze geweest. Het is voor de verloskundigen onmogelijk om naast hun praktijk nog allerlei managementta­ ken te vervullen en een centrale rol en aanspreek­ punt in het regionale netwerk te vervullen. Zeker gezien de recente discussies en ontwikkelingen. De verloskundigen staan samen sterk als een partij, zijn een gezicht als groep naar buiten, hebben een duidelijke visie en gaan voor het gezamenlijke belang. Dat klink goed maar om eerlijk te zijn: dat heeft tijd gekost en het blijft hard werken.”
Hoe kwetsbaar de verhouding met de ziekenhuizen ook na tien jaar succesvol samenwerken is, bleek toen de CVN zelf CTG’s ging doen. Verloskundige Siegrid Hoekstra: “Toen we begonnen zeiden ze: ‘Kunnen jullie dat wel verantwoord en veilig?’. Na de eerste evaluatie van inmiddels reeds 577 CTG’s kunnen we volmondig ‘ja’ antwoorden op die vraag. In totaal stuurden we maar 40 vrouwen door naar de gynaecoloog, anders hadden ze allemaal naar het ziekenhuis gemoeten. Minder verwijzin­gen, betekent minder inleidingen en minder interventies. En ook hier werken we hard om de kwaliteit van zorg te borgen door structurele casuïstiekbespreking in het bijzijn van een gynaecoloog.”